Natievorming in Maleisië
Politiek
Maleisië is een federale staat. Dit betekent dat de soevereiniteit in Maleisië is verdeeld tussen de nationale overheid en de deelstaten, die elk een eigen rechtsordening hebben. Zo heeft elke deelstaat zijn eigen grondwet, kabinet en parlement. In totaal zijn er dertien deelstaten in Maleisië. Elke deelstaat heeft dus zijn eigen politieke rechten, waardoor er in Maleisië niet één natie op nationaal niveau kan worden gevormd. Van de dertien deelstaten worden er negen geregeerd door vorsten, die meestal de titel van sultan dragen. De andere vier deelstaten worden bestuurd door gouverneurs. Het staatshoofd, de koning van Maleisië, wordt uit het midden van de negen sultans gekozen. De vier deelstaten die worden bestuurd door gouverneurs hebben zo niets in te brengen over hun nationale staatshoofd, wat dus ook niet zorgt voor eenheid in het land.
De federalisatie voorkomt echter niet spanningen in de gebieden in Maleisië. Zo zijn er tussen de deelstaten conflicten over de rechten op natuurlijke hulpbronnen, die zich niet in elke deelstaat bevinden.
Economie
In Maleisië is tussen de verschillende deelstaten sprake van sociale ongelijkheid. Sommige etnische groepen hebben minder kansen op de arbeidsmarkt of delen minder in de welvaart. In Maleisië koos de regering ervoor de vrijheid van de bevolking te beperken onder het motto: ‘vrede en politieke stabiliteit is nodig om economische ontwikkeling tot stand te brengen’. De bevolking heeft dus een beperkte vrijheid en een oneerlijke economische verdeling. Dit leidt in Maleisië tot grote conflicten, wat proces van natievorming absoluut niet bevordert.
Cultuur
In Maleisië zijn er vele verschillende etnische groepen, wat in eerste instantie al niet tot natievorming leidt. Het grootste probleem speelt zich af met de Orang Asli. Zij zijn de inheemse bevolking van Sarawak en Sabah, waarvan 81 procent onder de armoedegrens leeft. Dit komt doordat er niet is vastgelegd wie de eigenaar van het land is, waardoor er niet door de overheid wordt geïnvesteerd. Daarnaast wordt de Orang Asli gezien als een bedreiging door de elite van het land. De regering wil ze daarom laten opgaan in de Maleisische samenleving. Daarvoor dienen ze moslim te worden. Als een Orang Asli zich bekeert tot de Islam, wordt dat beloond door minder gebruikelijke discriminatie. Dit leidt tot conflicten, want de Orang Asli wil hun etnische identiteit behouden, dezelfde rechten hebben als de Maleisiërs en mee profiteren van de welvaart in het land. Dit probleem tussen de regering en de Orang Asli bevordert zeker niet de natievorming.